Ons beleggingsbeleid is goed bestand tegen hogere inflatie

De Inflatie is afgelopen periode sterk gestegen. Zo bereikte de inflatie in januari een piek van 7,6%. Nederland is daarmee één van de koplopers in Europa: de gemiddelde inflatie in de eurozone is ruim 5%. Met name de energie- en voedselprijzen zijn flink gestegen. Voor ons pensioenfonds is inflatie een belangrijk risico, omdat dit afbreuk kan doen aan een koopkrachtig pensioen.

Maar het pensioenfonds heeft een robuuste beleggingsportefeuille
We spreken over een robuuste beleggingsportefeuille als die tegen een flinke stoot kan. Het sleutelwoord is spreiding! Als pensioenfonds beleggen we namelijk in veel verschillende categorieën. Dus niet alleen in aandelen, maar ook in obligaties van overheden en van bedrijven. Naast aandelen en obligaties, beleggen we ook in categorieën als vastgoed, grondstoffen, private equity en infrastructuur. Het voordeel hiervan is, dat diverse van deze beleggingen juist kunnen profiteren van een hogere inflatie. Een klein deel van onze portefeuille reageert ook direct op de inflatieontwikkeling en biedt daarmee extra bescherming.

Iets lagere afdekking renterisico helpt een hand
Ons pensioenfonds dekt het renterisico grotendeels af, maar niet volledig. Het gevolg is dat als de rente stijgt, de dekkingsgraad daar positief op reageert. Indirect is dan sprake van extra bescherming tegen een hogere inflatie. Bij hogere inflatie is het aannemelijk dat de rente ook wat stijgt, en dit beïnvloedt de dekkingsgraad dan positief. Dit biedt dan meer ruimte voor eventuele indexatie van de pensioenen.

Beleid is voldoende inflatiebestendig
Kortom: we houden met het beleggingsbeleid zeker rekening met het inflatierisico. Dit doen we door de beleggingen breed te spreiden en ook door het renterisico niet volledig af te dekken. Hierdoor zien we dat in verschillende economische scenario’s met hoge inflatie, de koopkracht van de deelnemers in voldoende mate op peil kan blijven. Daarmee is niet gezegd dat we als pensioenfonds het inflatierisico volledig kunnen afdekken. Het huidige beleid blijft er in de eerste plaats op gericht om tenminste aan de nominale pensioenuitkeringen te voldoen.