De Wet toekomst pensioenen is per 1 juli 2023 van kracht en de overgang naar een nieuwe pensioenregeling vergt een zorgvuldige en uitgebreide voorbereiding. Het is van groot belang dat door cao-partijen nu afspraken worden gemaakt over hoe de nieuwe regeling eruit komt te zien om een zorgvuldige en tijdige transitie naar de nieuwe regeling te kunnen borgen. Het is de verwachting dat er nog een ‘veegwet’ komt om een aantal details van de wet nader in te vullen. Indien dit effect heeft op de nu gemaakte afspraken zullen cao-partijen (in samenwerking met het Rabobank Pensioenfonds) hierover in gesprek gaan.

Er is in dit communicatietraject afgesproken dat werkgever, bonden en pensioenfonds in dezelfde stijl zouden communiceren en dat werkgever leidend zou zijn.  Vandaar deze keer het gebruik van ‘je’ ipv ‘u’. In andere communicatie van het pensioenfonds zal ‘u’ worden gebruikt (behalve in de digitale krant: de Regie. Daar gebruikt het pensioenfonds je).

Rabobank en vakorganisaties hebben met inspraak van vakbondsleden een nieuwe cao afgesproken. Onderdeel daarvan is een nieuwe pensioenregeling voor huidige medewerkers van de Rabobank.

De opzet van de nieuwe regeling vanaf 31 december 2022 is anders dan nu. Het wordt een zogenaamde premieregeling. Dit betekent dat de te verwachten pensioenuitkering niet meer op voorhand bepaald is. In de nieuwe regeling is de premie die werknemer en werkgever maandelijks inleggen, leidend voor de pensioenopbouw. Deze verandering is al wel gestoeld op de landelijke verandering volgens het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen).

De afspraken voor de nieuwe pensioenregeling gaan alléén over nieuw op te bouwen pensioen voor huidige medewerkers vanaf 31 december 2022. De opgebouwde aanspraken uit het verleden veranderen niet. Dit geldt zowel voor huidige medewerkers als voor voormalige medewerkers en gepensioneerden. Het is een eerste stap naar het nieuwe pensioenstelstel, maar de afspraken vallen nog niet onder het nieuwe pensioenstelsel. Voor 1 januari 2028 moet de pensioenregeling wel voldoen aan het nieuwe pensioenstelsel. Daarom wijzigt de pensioenregeling nóg een keer. Deze wijziging geldt dan voor alle deelnemers.

Ja, de nieuwe regels gaan gelden voor iedereen die pensioen opbouwt, heeft opgebouwd of al met pensioen is. De nieuwe pensioenregeling moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn ingevoerd.

We rekenen de hoogte van uw pensioen elk jaar voor u uit. Dan vertellen we hoeveel er in uw pensioenpot zit en wat u naar verwachting krijgt als u met pensioen gaat. Daarbij houden we rekening met hoe het met de financiële markten gaat. Bij een gunstige ontwikkeling mag u wat meer verwachten, bij een ongunstige wat minder.

Uw pensioen gaat gewoon in volgens de huidige regels. U kunt gebruik maken van alle keuzemogelijkheden die er nu zijn. Meer hierover vindt u bij Bijna met pensioen.

Ja, dat klopt. Dat is onderdeel van het Pensioenakkoord. De AOW-leeftijd is gestegen naar 67 jaar in 2024. In het Pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd daarna niet 1 jaar stijgt per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate. Benieuwd naar uw ‘nieuwe’ AOW-leeftijd? Kijk op SVB.nl.

Met ‘invaren’ wordt bedoeld dat de reeds opgebouwde pensioenen worden ingebracht in de nieuwe regeling. Dit betekent dat het pensioen dat u al heeft opgebouwd in de oude CDC regeling (pensioenreglement 2014) en de huidige beschikbare premieregeling worden omgezet in een persoonlijk pensioenkapitaal. Het invaren gebeurt voor alle deelnemers aan de pensioenregeling bij de transitie naar de nieuwe regeling. In de Wet toekomst pensioenen is voorgeschreven dat ‘invaren’ de standaard is. Hier kan alleen van worden afgeweken als invaren niet voor alle deelnemersgroepen evenwichtig is. Deze evenwichtigheid is beoordeeld door cao-partijen en wordt in een latere fase ook beoordeeld door het Rabobank Pensioenfonds. Cao-partijen hebben afgesproken dat er zal worden ingevaren mits de dekkingsgraad op het moment van de transitie (naar verwachting 1 januari 2026) toereikend is. De regels over wanneer er zal worden ingevaren kunt u lezen in het transitieplan dat door de cao-partijen wordt opgesteld. Naar verwachting wordt het transitieplan in juli door het Rabobank Pensioenfonds gepubliceerd.

Door invaren neemt het perspectief op een hoger pensioen toe. Zo wordt de hoogte van het pensioen minder afhankelijk van de marktrente, in recente jaren is gebleken dat een lage rente pensioenen fors duurder kan maken. Daarnaast kan het beleggingsbeleid beter worden vormgegeven en tenslotte kunnen opgebouwde buffers deels worden aangewend om de pensioenkapitalen en de pensioenuitkeringen te verhogen. Als het invaren niet voor iedere deelnemersgroep evenwichtig is en het niet invaren van opgebouwde pensioenen tot een evenwichtigere verdeling leidt, dan kan er van invaren worden afgezien.

Nee, de pensioenregeling is een collectieve regeling waar alle deelnemers aan meedoen en voor het invaren van uw opgebouwde rechten is er geen individueel instemmingsrecht of bezwaarrecht.

Nabestaandenpensioen bestaat uit partnerpensioen en wezenpensioen. Het nabestaandenpensioen in geval van overlijden na uw pensionering verandert niet. In de Wet toekomst pensioenen is het nabestaandenpensioen bij overlijden tijdens dienstverband een risicodekking. De hoogte van het nabestaandenpensioen bij Rabobank is 35% van het laatstverdiende pensioengevend jaarinkomen en daarmee onafhankelijk van uw leeftijd of uw te bereiken diensttijd tot uw 68ste. Een uitkering voor uw eventuele partner loopt levenslang door. Kinderen ontvangen 15% van het laatstverdiende pensioengevend jaarinkomen tot hun 25e verjaardag bij uw overlijden.

Bij de overgang naar het nieuwe stelsel blijft het nabestaandenpensioen bestaan, dat in voorgaande pensioenregelingen is opgebouwd. Dit wordt bij overlijden aanvullend op de risicodekking uitgekeerd.

De komende tijd zal er nog niet heel veel voor u veranderen.

De volgende fase die nu ingaat is dat de cao-partijen samen het transitieplan gaan schrijven. In het transitieplan zijn de details van de pensioenafspraken uitgebreid beschreven. Ook krijgt VG-Rabobank, een vereniging die de belangen van alle oud-medewerkers behartigt, de mogelijkheid om aan cao-partijen een oordeel te geven over het opgestelde transitieplan. We noemen dat ook wel het hoorrecht. De leden van vakorganisaties zal gevraagd worden hun stem uit te brengen. Het streven is om per 1 juli 2024 tot een definitief transitieplan te komen.

Na afronding van het transitieplan zal Rabobank Pensioenfonds een besluit nemen over de uitvoering van de regeling. Het pensioenfonds beoordeelt of de afspraken evenwichtig zijn voor de verschillende deelnemersgroepen en beoordeelt de uitvoerbaarheid van de pensioenregeling.

Het streven is om een definitief besluit te nemen in november 2024.

In de loop van 2025 ontvangt u van ons informatie over uw persoonlijke situatie. Het streven is dat de nieuwe regeling op 1 januari 2026 van start gaat.